Roos.

Bij het maken van deze bloem heb ik gebruik gemaakt van 3 cirkels.

De eerste en tevens de onderste cirkel is dicht in tegenstelling tot de andere twee cirkels.

Nadat de eerste cirkel is belegd met merinowol en een paar contrasterende kleurtjes, heb ik die cirkel eerst nat gemaakt met lauw water en olijf zeep. (Vloeibare zeep kan ook) en lichtjes de lucht eruit geduwd en alles aangedrukt. ( Dit heb gedaan nadat ik de roos met een nylon netje had beschermd, dat netje moet je er voorzichtig afhalen, het kan wel eens voorkomen dat de wol daaraan blijft kleven. Het moet een netje zoals een waszak of vitrage zijn, in elk geval niet van natuurlijk materiaal, anders gaat het meevilten.)

De tweede cirkel, waarbij ik een cirkel uit het midden heb geknipt, heb ik er toen bovenop gelegd. Om een verbinding te krijgen met de onderste cirkel is het nodig om een contactpunt te krijgen en dat is dus het centrum.

Ik heb die cirkel ook belegd met merino en met witte zijden draadjes. Ook weer nat gemaakt en hetzelfde proces uitgevoerd als bij de eerste cirkel, zo ook voor de derde cirkel.

Bij de laatste cirkel had ik een hanky van silk gebruikt om het verschil te zien tussen de hanky en de zijden draadjes.

Persoonlijk vind ik de zijden draadjes sprekender, het wit van de hanky komt meer subtieler over gelijk een spinnenweb.

Hierna nog een zwart balletje gevilt, dat is het hartje geworden en ik heb er nog wat kraaltjes op genaaid.

De roos is te gebruiken als haarknip, corsage of als versiering op een tas.